Interview met de kunstenares t.g.v. haar expositie “Visuele poëzie en portretten” Vanaf 5 februari 2009. 

“Ik ben de leerling van de meester in mijzelf”

Ik teken iedere dag. Voorwaarden om te kunnen tekenen en schilderen zijn voor mij helemaal alleen zijn, in mijn eigen atelier, met mijn werk om me heen. Om in het juiste gevoel te komen begin ik vaak met krassen. Krassen met allerlei materialen. Door het krassen orden ik mijn gedachten en verken ik de materialen. Met tekenen vertel ik mijn verhaal en verbeeld ik mijn wereld tot lijn, vorm en vlak. Als ik werk ga ik diep in mezelf. Hoe beter dat lukt hoe dichter ik bij mijn verbeelding kom. Er ontstaat een explosie van beelden: mijn visuele poëzie, de bron voor mijn schilderijen. Het komt neer op keuzes maken, ieder moment weer keuzes maken. Ik ben de leerling van de meester in mijzelf.

Schilderen doe ik naar thema en ik maak portretten. Zowel zelfportret als in opdracht. Mensen schilder ik van foto’s die ik van hen maak als ik bij hen op bezoek ben. Voor zelfportret kijk ik in de spiegel. In mijn portretten verdicht ik de verwantschap van mijzelf tot de wereld. Het is de verbeelding van een moment, een moment van ontmoeting. In mijn thematisch werk laat ik me inspireren door foto’s, afbeeldingen en situaties die me raken of vraagtekens bij me oproepen.

Als docent ben ik verbonden aan het Kunstencentrum in Purmerend. Daar geef ik portret -/modeltekenen en vrij schilderen. Wat ik vooral probeer is mensen houvast te geven in hoe ze moeten kijken. En hoe ze dat vervolgens kunnen vertalen naar het platte vlak. In de zomermaanden geef ik vergelijkbare lessen in Zuid Frankrijk.

Bij de kunstenaars die als kind al begonnen met tekenen hoor ik niet. Mijn opleiding is drama. Ik had de scriptie voor mijn eindexamen geïllustreerd met eigen tekeningen. Tijdens het tekenen ontdekte ik dat ik via beeld mijn verhaal duidelijker kon vertellen dan op welke andere manier dan ook. Een gepassioneerd gevoel overviel me. Ik hoefde alleen nog maar te luisteren naar wat ik zag. Toen wist ik zeker dat ik voortaan wilde tekenen. Heb me meteen aangemeld bij de Rietveld Academie. Mijn leven met tekenen en schilderen was begonnen. De beeldende kunst had mijn hart veroverd.

Waar de naam Kovács vandaan komt? Ik heet Marian Smits. Je moest eens weten hoeveel Marian Smitsen er in de kunstwereld rondlopen. Om me te onderscheiden en misverstanden te voorkomen, heb ik mijn voornaam weggelaten en de achternaam van mijn Hongaarse moeder achter die van mijn vader gezet”.