Vanaf  9 oktober 2008 exposeerde de beeldend kunstenaar in de SOOP met de tentoonstelling “Sylvia's expositie (aquarel, gouash en Siberisch krijt).

“Als het raak is, is het raak”

“Ik wil de bezoekers van de SOOP graag verrassen met een mix van mijn dieren, naakten en stadsgezichten. Dat zijn de onderwerpen waar ik me op het ogenblik het meest op concentreer.

Hoewel ik al zo’n kleine dertig jaar teken, ben ik nog altijd aan het leren: wat is er zwak aan het werk, wat klopt er niet helemaal, hoe en waar kan ik het nog verbeteren. Het komt neer op leren, leren, leren, elke dag. Ik ben van de ene op de andere dag begonnen met tekenen. Mijn opleiding is expressie door woord en gebaar. Verdiende mijn geld met les geven, acteren, dansen en zingen. En als dat soms niet voldoende opleverde was ik kokkin. Het gekke is dat ik wel mijn leven lang heb willen tekenen.

Ik herinner me dat we op de kleuterschool twee kleine ezeltjes tot onze beschikking hadden. Meestal was ik te laat om er eentje te bemachtigen, maar als dat wel eens lukte, was ik altijd doodongelukkig met het resultaat. Ik wilde zo graag tekenen, maar ik kon het niet. Tót ik op een dag - ik was toen al begin dertig - ontdekte waar het aan lag. Wat er toen gebeurde? Ik zag een vogel. Pakte potlood en papier en ging die vogel tekenen zonder ooit een oog van het beestje af te houden. Dát was het. Heel simpel: het constante oog - beeld contact. Dat had ik nodig. Het was een ware Aha - Erlebnis. Vanaf die dag ben ik niet meer gestopt met tekenen. Aanvankelijk werkte ik alleen met grafiet en Siberisch krijt. Pas veel later ben ik met kleur gaan werken. Bij de Open Inloop in het van Gogh Museum ging ik model tekenen en tot vandaag de dag teken ik dieren in Artis.

Ik ben en blijf natuurlijk toch ook een theatermens en in 1996 heb ik 150 duiven gemaakt van krantenpapier uit de hele wereld. Die duiven heb ik vervolgens losgelaten op de Dam. Een ware happening. Ik ben altijd wars van les nemen geweest.

Heb om zo te zeggen mijn eigen opleiding gecreëerd. Wat ik zoek in mijn werk is verdieping van mijn onderwerpen. Onder geen beding wil ik alleen maar mooie plaatjes maken. Met die verdieping ben ik altijd bezig. En ’s nachts droom ik er van. Dat gaat dus duidelijk nooit meer over. Een andere droom die ik heb, is ooit groot te kunnen werken, zodat er een dans ontstaat. Ik houd van beweging in mijn werk. Heb wat je noemt een snelle hand. Ik werk nooit lijntje voor lijntje. Maar veel meer van: als het raak is, is het raak. De laatste tijd ben ik ook gaan schilderen, maar ik voel me nog steeds meer een tekenaar dan een schilder.

Volgend jaar word ik zestig en dan krijg ik een overzichtstentoonstelling in de Amstelkerk. Daar heb ik al eerder een keertje geëxposeerd; toen alleen met mijn stadsgezichten. Op weg naar Artis fiets ik langs de SOOP en dan kijk ik altijd even op de affiches, die op de ramen hangen. Ik vraag me af wie er op dat moment exposeert en of ik even naar binnen zal gaan om te kijken. Soms doe ik dat, soms ook niet. In de SOOP is het heel anders dan ik me voorstelde dat een ouderensociëteit zou zijn. Het is meer een soort gezellige huiskamer met een bar. Een omgeving waar mensen zich duidelijk op hun gemak voelen en elkaar kennen. Ik hoop dat ze mijn werk waarderen.

Hoe dan ook: ik verheug me op mijn expositie.”